BORMSDAG Negende December, Bormsdag, stormdag! 't Volk redt zijn redder. Antwerpen geeft het sein, heet wie landverrader heette, martelaar en vader, heet hem koning. Het regent Vlamingen. De straten roepen: Bormsdag, stormdag! Brussel voelt zich klein in Vlaanderen, onze woning! Koburg, onkoninklijke, woordbrekende belover, slechte rechters noch blufferige troepen stutten uw troon. Zoo Vlaanderen u ontvalt, wat blijft u over? Boven de vorsten is het Volk verheven. Eén wou voor ons sterven, één zal voor ons leven. Vlaanderen wordt vrij. Borms, dat is uw loon! 123 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.